Bloedsuiker meten

Als u suikerziekte heeft, is het handig om uw eigen bloedsuiker te kunnen meten. Dit is nodig als u:

  • Insuline gaat gebruiken.
  • Klachten heeft die te maken hebben met lage bloedsuikers.
Tabel bloedsuiker

Tabel: Bloedglucoseniveaus

Als u uw bloedsuiker gaat meten heeft u drie hulpmiddelen nodig:

  • Prikpen: deze houdt u tegen de zijkant van uw vingertopje. U drukt op een knop waardoor een kort naaldje in uw vinger prikt. Er komt dan een druppel bloed.

  • Teststrip: deze stopt u in de bloedsuikermeter, daarna houdt u hem tegen de bloeddruppel.

  • Bloedsuikermeter: hiermee leest u af hoe hoog uw bloedsuiker is.

Bloedsuiker prikken in 7 stappen

  1. Zorg ervoor dat u uw handen wast met zeep en warm water. Als u warme handen heeft komt het bloed gemakkelijker uit uw vingertop. Gebruik geen ontsmettingsmiddel, dit maakt de meting onbetrouwbaar.  

  2. Droog uw handen goed af.

  3. Doe de teststrip in de bloedsuikermeter.

  4. Prik aan de zijkant van de vinger met de prikpen. Doe dit in bij uw middelvinger of ringvinger.

  5. Strijk met uw wijsvinger langs uw vinger naar de vingertop. Hierdoor komt de druppel naar buiten.

  6. Houd de druppel tegen de teststrip.

  7. Na een paar seconden ziet u op het scherm hoe hoog uw bloedsuiker is.

Spreek met uw huisarts af wat uw bloedsuiker mag zijn. Meestal is een waarde tussen de 4,5 en 9 goed. Neem contact op met uw huisarts als uw suiker buiten de afgesproken waarden ligt.